Astrid: ‘Ik zweer op de dood van mijn kleinkinderen dat ik nu de waarheid vertel.’
Willem: ‘Ik zweer op alle kinderen in de wereld dat je een leugenaar bent.’
Astrid: ‘Gevaar, gevaar, gevaar.’
Astrid: ‘Ik zweer op de dood van mijn kleinkinderen dat ik nu de waarheid vertel.’
Willem: ‘Ik zweer op alle kinderen in de wereld dat je een leugenaar bent.’
Astrid: ‘Gevaar, gevaar, gevaar.’